Museum GoudA riep op tot groepscreativiteit, Coronacrisis, voorjaar 2020. De opdracht was een vierkant creatief in te vullen met als thema “een stip op de horizon”. Kwestie van het voorbeeldje uitprinten en gebruiken als basis voor een minikunstwerk. Dus ging ik aan de slag met een oude deken die ik kreeg van een vriendin, met vilt en borduurgaren. Een deken associeer je met zachtheid, warmte, veiligheid en huiselijkheid. Het dreigende onzichtbare virus ervaar ik als een natuurkracht, een vulkaan of een grote onneembare golf die me overspoelt en waar je mogelijk in kunt verdrinken. Die ‘flatten the curve’-grafiek staat centraal en ook ‘anderhalve meter’ zal voorlopig niet meer een neutrale afstand zijn. Voor ‘wolken’ kijk je nu niet naar de lucht maar denk je aan de verzameling druppels die een niezend en hoestend mens uitstoot.
Eens komen we bij de bodem van de X-as van die curve. Houden we de saamhorigheid vast, het rekening houden met elkaar? Groeit er wat moois uit die donkere dwarreling van onzekerheid ? Hoever ebt het negatieve, wantrouwen, angst, door naar de toekomst? Het oog gaat naar die stip(pen) voorbij de horizon.
Thuis keer ik terug bij een simpel ambacht: vilten en borduren. In uren werk creëer ik ook tijd om, terwijl ik de steken maak, na te denken Aldus ontstaat een soort mini-tapijt van Bayeux, van pakweg 20 bij 20 centimeter. Met bij gebrek aan zichtbare vijand slechts de bewegingen die we zelf maken. Verwarring, het turbulent over elkaar buitelen van informatie en aanwijzingen. Met aan het eind van de ‘slag’ de hoop op een beweging, naar boven, naar die stip(pen) op de horizon. In een lijstje van goudkleurige festonsteken. Want de tijd en het leven zijn kostbaar. Veel buiten kom ik nu niet, ik ben een van die kwetsbare mensen waar t steeds maar over gaat, ik gebruik afweeronderdrukkende medicatie. Ik trek de rest van die deken maar om me heen, voorlopig veilig thuis.
Maart 2020