Vijfentwintig jaar geleden werd mijn wereld héél klein. Bijna 52 centimeter lang, 2900 gram met magere armpjes en beentjes. Ik was alleen maar naar mijn kind aan het kijken. Ik was bezig met voeden, zelf herstellen, gebroken nachten, verschonen, allemaal nieuw. Ik herinner me dat ik pas na een week weer eens letterlijk naar buiten kon kijken. Ik zag de kersenboom in de tuin die in die tijd van een kale bruine takkenboom opeens was veranderd naar een overvloedige witte bloesemboom. De tussenstadia had ik compleet gemist.
Van knop naar bloem
Terwijl mijn zoon bovenop me lag te slapen keek ik naar dat enorme boeket witte bloemen. Een feestelijke visuele bijdrage aan het nieuwe leven in mijn huis. Elk jaar staat ie rond de verjaardag van mijn kind weer in bloei. Vanwege de kou en de sneeuwbuien van de laatste weken schoot het dit jaar niet zo op met de knoppen. Dat gaf mij tijd. Met potlood en aquarel ben ik aan de slag gegaan en heb mijn kersenboom gevolgd. Nauwkeurig keek ik naar wat ik vijfentwintig jaar geleden niet zag ontstaan. Eerst een knop uitvergroot op papier gezet, daarna een tak met verschillende stadia van botten. Als laatste tekende ik gisteren een uitvergrootte bloem, nog omgeven door wat knoppen. Vandaag scheen de zon en zag ik weer die wat overdreven hoeveelheid bloemen tevoorschijn komen. Ik zal de kersenboom de komende weken zoals elk jaar zien veranderen van teer doorzichtig wit naar volwassen en stevig diep groen.
Verjaardag
De taart staat klaar op tafel. Met witte chocolade heb ik er een ‘25’ op gezet. Mijn kind wil onderhand het huis uit. Ik ga ‘m vast heel erg missen. Misschien dat ik mijn tekening dan wel in een lijstje doe voor aan de muur. Kersenboom, kind en een gevoel van teer geluk en groei, dat hoort bij elkaar. En dat blijft.
april 2021