De pandemie was voor mij op één punt een verademing. Ik hoefde me even niet meer af te vragen of ik in bepaalde situaties wel of niet handen zou geven. Mijn handen zijn door reuma vervormd en een hand krijgen is geen pretje. Zeker gezien de gangbare opvatting dat een slap handje aan een slap persoon vastzit en een stevige handdruk veel beter overkomt.
Beslismoment
Of ik handen geef hing altijd een beetje af van ’t moment. Is de situatie formeel of informeel? Zijn het mensen die ik al ken of zijn het nieuwe ontmoetingen? Wat te doen als de ander de hand al heeft uitgestoken maar ik neem ‘m liever niet aan? Geef ik dan uitleg? Is het één hand die dient te worden geschud of is de bedoeling dat ik een hele tafel vol mensen afga? Elke keer was dit weer een beslismoment waarbij ik me soms terdege bewust was van hoe ik overkwam. In een formele setting en een vergadertafel vol nieuwe mensen hoor je eigenlijk iedereen even af te gaan en je voor te stellen. Au, au, au. Hoe dan ook, soms kom je door van een afstandje even te zwaaien wat sociaal onhandig over (vergeef me de voor de hand liggende woordspeling). Hoe erg is dat en ben ik daar op dat moment tegen bestand?
Tijdens de pandemie werd handen geven opeens ‘not-done’, gevaarlijk zelfs. Even naar elkaar zwaaien, een elleboog aanraking of een boks met gesloten vuist werd de norm. Het was voor mij echt ’n oplossing . Langzaam komt echter het handen geven weer tevoorschijn. Maar als je nu bij ontmoetingen n gesloten vuist aanbiedt pikt ‘n ander dat meteen op en reageert met die boks. Geen verdere uitleg nodig, alhoewel ik besef dat mijn redenen wellicht worden gemisinterpreteerd. Het zij zo, daar komt men later wel achter.
Nieuw probleem
Er ontstaat zo langzamerhand echter ‘n nieuw probleem, merk ik de laatste tijd. De boks verandert. Was het aanvankelijk een schuchtere aanraking, nu wordt ‘t steeds meer een soort joviale stoot. Au. Aanraking wordt weer gewoner, het mag weer! Dus zijn ontmoetingen, soms na lange tijd enkel digitaal contact, vrolijk en enthousiast. En dat kan gepaard gaan met een lekker flinke boks. De voorzichtigheid, de kleine aanraking zijn verleden tijd. Misschien krijgen we een soortgelijke norm als bij handen geven: een lekker stevige box i.v.p. zo’n slap voorzichtig boxje staat veel sterker, aanweziger, vrolijker. Verwacht van mij echter ‘n slap klein voorzichtig boxje. Dat zegt niks over mijn karaker of mijn gedachten omtrent corona. Het zegt enkel wat over de fysieke staat van mijn handen. Misschien moet ik n stickertje met ‘voorzichtig’ op m’n knokkels plakken. En zo wordt menig ontmoeting voor mij toch weer problematisch en soms letterlijk pijnlijk.
Mei 2022
Terug naar Over reuma