Verhaal 1: Verspilde jeugd
Mijn volwassen zoon vroeg of ik even mee wilde kijken naar kleding die hij via internet wilde bestellen. Op de achterkant van een uitgekozen T-shirt stond een roos, vastgehouden door een skelethand met daaronder de tekst ‘Wasted youth’ (verspilde jeugd). Nu hebben mijn kinderen van kleins af aan al hun T-shirts goed- of afgekeurd op basis van teksten of afbeeldingen. Ze wilden het eens zijn met wat erop stond. Ik schoot meteen in diezelfde houding. Ik grapte dat als hij die kocht, ik er dan wel wat tekst onder wilde borduren. Iets in de trant van “maar dat ligt niet aan mijn moeder want die heeft haar best gedaan”.
Een grapje met een serieuze ondertoon. Mijn reuma heeft een stempel gedrukt op zijn jeugd. Het bepaalde mee de clubjes waar hij op zat en de activiteiten die we samen deden. Het moest voor mij haalbaar zijn om hem te brengen, dus niet te ver weg. Rennen, springen, lang lopen, stoeien, dat kon niet met mij. Ik heb altijd mijn best gedaan om leuke alternatieven te bedenken voor wat vanwege mijn reuma niet kon. Hij zegt nu dat hij met die alternatieve activiteiten en met soms zelfs een beetje mantelzorg helemaal geen moeite heeft gehad. De invloed van mijn reuma bleek voor hem in een hele andere hoek te zitten. Ik denk namelijk teveel in oplossingen en dat was niet leuk.
Houding
Dat vergt wat uitleg. Om met reuma te kunnen leven heb ik mezelf aangeleerd om, zodra ik tegen een probleem aanloop, vrij snel te schakelen naar mogelijke oplossingen. Er is altijd wel een alternatieve manier te bedenken om je doel te bereiken. Krijg je een potje niet open? Daar zijn hulpmiddelen voor. Kun je niet meer fietsen? Probeer een scootmobiel. Vanmiddag een drukke afspraak? Dan heb ik vanavond de puf niet meer om eten te koken maar dan kan ik vanmorgen vast een ovenschotel klaarmaken. Die houding bracht ik mee in de opvoeding. Zodra mijn kind een probleem had droeg ik vrij snel allerlei oplossingen aan. Ik analyseerde de situatie: wat ging hier fout, hoe kun je het anders doen? Dat was niet wat mijn kind op dat moment nodig had. Hij had liever een kwartier huilend of stil tegen me aan willen hangen. Dat hangen gebeurde wel. Maar ik was niet stil, integendeel.
Fout, fout, fout!
Die oplossingsgerichte houding is mijn redding geweest, heeft mij kracht gegeven om mijn leven met reuma zelf vorm te geven. Het heeft hem echter onzekerheid opgeleverd over wat hij deed. Want met alle door mij aangedragen oplossingen impliceerde ik dat hij iets fout had gedaan. Dat zijn keuzes niet goed genoeg waren. Tegenwoordig snappen we allebei wel hoe het zit. Ik mag advies geven over zijn T-shirts. Enkel op verzoek en enkel vrijblijvend advies. Ik ben benieuwd of hij dat ‘Wasted youth’ T-shirt heeft besteld. Het is trouwens de naam van het merk, niet zozeer een inhoudelijke uitspraak. Soms betekent iets niet wat het lijkt.
(Kort) verhaal 2: Punk
Er kwam een meisje uit de fietsenstalling van het plaatselijke gymnasium. Mooi gezichtje, paars haar. Groffe netkousen en een zwart kort rokje met een zwart T-shirt compleet met scheur en een tekst die ik niet meer woordelijk weet. Iets met ‘fuck’ of zo. Het ging fout bij haar oorbellen.
Ik was een tiener toen punk zijn intrede deed. Het was niet mijn wereld maar ik ken de kleding, de houding, de uitstraling. Sex Pistols, frustratie, lawaai, gewelddadig gedrag, tegen autoriteit en met veiligheidsspelden door je oren. Het gymnasiummeisje had oorbellen met een veiligheidsspeld. Die speld zat niet door haar oor maar bungelde aan een conventioneel oorstekertje. Punkoutfit zonder punkinhoud. Ze stak netjes haar hand uit in de stille lege straat toen ze voor me naar links afsloeg.
Terug naar reumablogs
Juni 2021