Screenen

Al diverse keren ging ik, onderweg naar de bloedafname of naar mijn specialist, door de coronascreening voor de deur van het Groene Hart Ziekenhuis. Op een donderdagmiddag in juli kijk ik een uurtje mee met Joep en Puck en vraag hen hoe dat screenen eigenlijk gaat. Ze staan gekleed in oranje veiligheidshesjes en met mondmaskers op tussen de dranghekken bij de GHZ ingang. Ze spreken elke bezoeker aan. Vragen je of je een afspraak hebt, of je koorts of keelpijn hebt, verkouden bent of moet hoesten. 

Voor zowel Puck als  Joep is dit een bijbaantje. Joep start na de zomer met een studie Klinische technologie en Puck gaat ‘Handhaving en veiligheid’ doen. Puck vindt ’t zichtbaar een leuke bijbaan. Joep vertelt dat hij af en toe ook op andere locaties screent. “Bijvoorbeeld in buurthuizen waar bloed wordt afgenomen. Overal waar je patiĆ«ntenstromen hebt,” zegt hij, nu al ingevoerd in ziekenhuisjargon. 

Wat als je ‘ja’ zegt?

In het uurtje screenen dat ik meemaak is de sfeer goed. Soms schudden mensen bij de eerste woorden van Joep of Puck al nee. Het zijn ondertussen immers bekende vragen die worden gesteld. Af en toe lijkt iemand de dranghekken, oranje vestjes en borden met instructies niet te zien en loopt gewoon door. Maar dan wordt die bezoeker teruggehaald en toch bevraagd. 

Wat gebeurt er eigenlijk als je ‘ja’ zegt of zichtbaar snottert? Puck vertelt: “Dan krijg je een mondkapje en handschoenen. We brengen je naar de afdeling van je afspraak, bijvoorbeeld radiologie of bloedafname, naar een speciaal vak in de wachtkamer. Na afloop wordt je ook weer naar buiten gebracht.” En wat als je wel snottert maar vanwege een test weet dat je geen corona hebt?  Puck legt uit: “Ook dan moet dat mondkapje op en moeten die handschoenen aan. Als je gewoon verkouden bent kunt je iemand anders met een verkoudheid aansteken. Dan heb je minder weerstand. Zo loop je weer meer kans op corona.” Kwestie van risico’s uitsluiten dus en alle bezoekers van het ziekenhuis zo gezond mogelijk houden.

Recidivisten

Naast de vragen naar ziektesymptomen en afspraak wordt ook steeds gevraagd aan mensen die niet alleen komen of die begeleider eigenlijk wel nodig is. Immers, hoe minder mensen in het gebouw, hoe minder kans op verspreiding als er onverhoopt toch iemand besmet blijkt te zijn. Dat levert soms vervelende situaties op. “Je ziet dan in de verte dat mensen samen aankomen, splitsen en zich bij de ingang als patiĆ«nt met een afspraak voordoen. Er wordt dan soms gewoon gelogen”, zegt Puck. Er zijn zelfs al ‘recidivisten’, bezoekers die bij de screeners bekend zijn en die dit al een paar keer geprobeerd hebben. In het gebouw komen die mensen immers weer bij elkaar en dat wordt dan geconstateerd en doorgegeven aan de screeners.

Grapje!

Ik hoor iemand zeggen:”ja hoor, ik heb koorts”. Dat blijkt een grapje. Puck en Joep lachen beleefd. Ook het antwoord “nee, ik kom voor de goede koffie” op de vraag over een afspraak, waarderen ze nog wel. Toch is niet iedereen even aardig, vertellen Joep en Puck.  Er wordt soms gescholden en zelfs fysieke aanvaringen komen voor. Niet iedereen ziet het nut in van ‘dat gedoe bij de ingang’. “Mensen hebben vaak haast en zijn de coronamaatregelen zat.”, constateert Joep.

In de centrale hal na de draaideur staat een handpompje met desinfecteergel dat elke bezoeker dient te gebruiken. Toen ik een paar weken geleden, onderweg naar mijn specialist, bij de balie meldde dat daar niets meer uitkwam passeerden enkele bezoekers die dat ook moeten hebben geconstateerd. Maar zij lieten het maar zo en liepen door. Hoeveel er ook wordt gescreend en geregeld door GHZ personeel, het minimaliseren van besmettingsrisico’s is een kwestie van zelfdiscipline en begrip bij elke bezoeker. En het is een kwestie van beleefd blijven controleren door de screeners. Dat zat wel goed bij Puck en Joep. 

De volgende blog: Honderd procent.

Gepubliceerd door het GHZ, 14-7-2020