Wie als patiënt naar het ziekenhuis komt, stuit soms meteen achter de slagbomen van het GHZterrein op een vrijwilliger. Dat is de chauffeur die patiënten vervoert tussen de parkeergarages en het GHZgebouw. Een hele uitkomst voor wie niet zo goed loopt. Maar hoe kan iemand nou zin hebben om elke week urenlang heen en weer te rijden over pakweg 1 kilometer? Ik sprak af met twee van de 12 chauffeurs om het te vragen. “Peter Biesters is de motor achter de shuttle”, stelt Martie van Loon. Hij noemt zichzelf ‘de rechterhand’. Peter rijdt elke woensdagochtend, Martie elke donderdagochtend.
Golfkarretje
“Geen gezeur, van deur tot deur” zegt Peter over de shuttledienst. Waarmee hij bedoelt dat hij mensen desgewenst vervoert van GHZ-ingang tot autoportier en andersom. De shuttle mag het ziekenhuisterrein niet af want het heeft geen kenteken. Even naar het station rijden of iemand dichtbij ophalen kan dus niet. Hoe werkt het eigenlijk? Martie legt uit: “Wie opgehaald wil worden kan vanuit de parkeergarage het algemene GHZnummer bellen, 505050. Dan word ik ingeseind. Of ik sta gewoon klaar voor de hoofdingang. Er is ook een wachthokje voor bij de parkeergarage maar ik rijd soms gewoon rond in en om de parkeergarages. Wie mee wil kan me aanhouden.” Peter vertelt: “Soms zie ik wel eens vanuit mijn ooghoeken iemand kijken en twijfelen. En neem ik zelf het heft in handen. Ga erop af en vraag of ze mee willen”. Niet iedereen vraagt immers makkelijk om hulp en dan is het prettig als je het aangeboden krijgt.
Aanvankelijk reden ze in een open golfkarretje rond. “Zo koud”, zegt Peter. “Een patiënt die bijvoorbeeld na een verblijf broos uit ’t ziekenhuis kwam in die kar laten zitten … dat was niet te doen.” Samen met zijn schoonvader Leo, ooit ook een van de vrijwilligers, heeft Peter er lang en hard aan gewerkt om een wat comfortabeler voertuig te krijgen. Toen zijn schoonvader overleed lag dat even stil maar Peter kon het toch niet laten om nog een poging te doen. Hij droeg zijn idee voor aan het management en ging het gesprek aan met leden van de Raad van Bestuur. Via de Stichting Vrienden van het GHZ werd geld beschikbaar gesteld en sinds vorig jaar februari rijdt er een betere, warmere shuttle, mét laadbak voor rolstoelen e.d. Voor Peter was dat een emotioneel moment, vanwege de gedachte aan zijn overleden schoonvader met wie hij dit project was begonnen.
Toys for the boys
Waarom doen ze dit vrijwilligerswerk eigenlijk?, vraag ik hen. “Zo’n karretje is wel een beetje ’toys for the boys’, gewoon leuk om ermee rond te rijden” lachen Peter en Martie. Het zijn inderdaad 12 mannelijke vrijwilligers die om beurten rijden. “Maar vooral”, zegt Peter op serieuzere toon “kun je er zijn voor een ander. Vrijwilliger zijn is het mooiste dat er is”. Hij merkt de waardering vanuit het ziekenhuis en bij de patiënten die hij vervoert. Hij kijkt ook echt uit naar die woensdagen. “Je weet nooit wat er op zo’n dag gaat gebeuren”. Martie en Peter vertellen geamuseerd over hoogzwangere vrouwen en gebroken vliezen. Over jengelende, huilende kinderen die niet vooruit willen en die meteen vrolijk worden als ze naast de chauffeur mogen plaatsnemen. Er komen allerlei gesprekken los en veel emoties voorbij tijdens die paar minuten dat patiënten in de shuttle zitten. Waarom vertellen mensen eigenlijk zoveel over hun persoonlijke situatie aan die chauffeur? Martie zegt: “Je bent het eerste contact na het bezoek aan de zorgverlener en mensen willen dan toch hun verhaal kwijt. Of ze zijn heel gespannen over die afspraak bij de arts. Ook dat komt er dan vanzelf uit. “Peter vervolgt: “Als iemand regelmatig naar het GHZ komt voor behandeling bouw je toch een band op. Je ziet elkaar dan bijvoorbeeld elke week. Als zo iemand dan opeens niet meer komt vraag je je wel af wat er is gebeurd. Is het goed of slecht afgelopen? Of als mensen te horen krijgen dat ze uitbehandeld zijn, dat is verschrikkelijk.” Ook daar wordt over gepraat in de intimiteit van dat karretje. “Het enige dat je dan kan zeggen als ze bij hun auto weer uitstappen is ‘ik wens u heel veel sterkte’ Meer kun je niet.”
Snel schakelen
“Het gaat in zo’n ziekenhuis over leven en dood en alles wat daartussen zit.” zegt Peter. “Je moet op het moment dat iemand in die shuttle stapt heel snel kunnen inschatten hoe iemand zich voelt, aftasten in wat voor stemming mensen zijn. Je hebt mensen die helemaal stil zijn, je hebt gelukkige mensen die bijvoorbeeld net een gezond kind hebben gekregen, mensen die stijf staan van de spanning omdat ze niet weten wat hen mankeert, mensen die net te horen hebben gekregen dat ze dood gaan en dat spontaan vertellen. Je moet ook snel kunnen schakelen en de situatie nemen zoals ie is. Als je net een vrolijke rit hebt gehad en daarna iemand instapt die heel veel verdriet heeft, kun je die niet met een grapje benaderen.” Ik concludeer: “Je brengt steeds praktische hulp, met een beetje menselijke contact en soms wat vrolijkheid. Mag ik dan stellen dat jullie een klein beetje liefde van mens tot mens geven? En dat dat juist voor of na zo’n ziekenhuisbezoek zorgt voor wat verlichting?” Zo hadden de mannen dat nog niet bekeken maar ze zeggen allebei meteen “ja, dat is zo.”
Peter en Martie kunnen al die verhalen gelukkig goed loslaten. “Maar je leeft wel mee met iemand die je week na week vervoert. En ik vind het ook lastig als het bekenden zijn”, zegt Martie. Peter vult aan: “Het hoort er dan bij niet meteen amicaal te gaan doen of daar thuis uitgebreid over te gaan praten. Je moet kunnen relativeren en je vrijwilligerswerk en je privé gescheiden houden”. Misschien”, zegt Peter, “is een vaste professional in het GHZ, waar je even mee kunt praten als dat niet lukt een idee voor in de toekomst. Want soms grijpt zo’n persoon of verhaal je zo aan dat je het eigenlijk zelf ook wilt ventileren”.
Met plezier
Tijdens het interview valt me op dat, als we even de serieuze kanten behandelen van het vrijwilligerswerk voor de patiënten van het ziekenhuis, Peter en Martie daarna ook meteen weer de vrolijke belevenissen ophalen. Ze hebben plezier in wat ze doen. Ze voelen zich bovendien verantwoordelijk voor dat buitenterrein en houden de boel een beetje in de gaten. Zetten achtergelaten rolstoelen terug op de plekken waar ze horen. En signaleren verkeerd geparkeerde auto’s. Zowel Peter als Martie zijn niet op hun mondje gevallen en laten van zich horen als ze mogelijke verbeteringen zien voor patiënten of voor hun eigen werkzaamheden. Twee gepassioneerde mannen die heen en weer rijden met de patiënten en met een beetje liefde erbij in de laadbak van die shuttle.
Naar het de volgende blog: fantasie en werkelijkheid
Deze blog verscheen op op de website van het GHZ, 5-2-2020.